
Spreekwoorden: (1914)
Visch noch vleesch (of vleesch noch visch) zijn.Dit wordt gezegd van iets of iemand dien men niet tot een bepaalde groep of soort kan brengen; van iets halfslachtigs; tot geen partij behooren, ook: dubbelhartig zijn (Van Eijk); een nietig mensch zijn (Van Dale). Vgl. Campen, 106: t' Is vis noch vley...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Visch noch vleesch (of vleesch noch visch) zijn.Dit wordt gezegd van iets of iemand dien men niet tot een bepaalde groep of soort kan brengen; van iets halfslachtigs; tot geen partij behooren, ook: dubbelhartig zijn (Van Eijk); een nietig mensch zijn (Van Dale). Vgl. Campen, 106: t' Is vis noch vley...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.